Verhalen: Het klopt. - Werken bij Azora
Cookie instellingen

Hallo, leuk dat je op onze site kijkt! We hebben ons uiterste best gedaan om deze site zo gebruiksvriendelijk mogelijk voor je in te richten. Zodat jij snel vindt wat je zoekt. Daarom gebruiken we cookies: kleine tekstbestandjes die ons laten zien waar bezoekers zoals jij behoefte aan hebben. Niets geks, niets ernstigs en we beloven dat je er geen last van zult hebben. Meer informatie

Je browser is verouderd en geeft deze website niet correct weer. Download een moderne browser en ervaar het internet beter, sneller en veiliger!

Verhalen: Het klopt.

Ons hart. Het Klopt.

Thema Zorginnovatie l 30-03-2023


Wat is dat voor een ding?

Tegenwoordig zijn de televisie, elektrische tandenborstel en rollator normaal en alledaags, maar ooit waren zij vooruitstrevende en vernieuwende uitvindingen. Zorginnovatie gaat verder en brengt ons inmiddels robots, tablets en slimme applicaties. Hoe weet je wat er bestaat en welke hulpmiddelen je kunt inzetten? Innovatie-coördinator Anniek Wikkerink en ondersteuner zorgtechnologie Regina Bulterman vertellen over zorginnovatie binnen Azora. Want de rol van innovatie en technologie in de zorg is groot en wordt steeds groter.


“Bij zorgtechnologie spreken we over de inzet van technologische producten in de zorgverlening,” vertelt Anniek. “Die producten ondersteunen een medewerker in het uitvoeren van werkzaamheden. Ze nemen geen werk over, maar maken het werk vooral leuker en makkelijker.” Zorginnovatie is breder dan alleen zorgtechnologie. “Soms vraagt een situatie vooral om een andere manier van kijken en werken. Soms mogen we ook stilstaan bij uitvindingen die al jaren bestaan en officieel niet onder zorgtechnologie vallen. Denk bijvoorbeeld aan een eenvoudige tijdschakelaar die lampen aan- en uitschakelt op vooraf ingestelde tijdstippen. Die maakt thuiswonende mensen met een fysieke beperking minder afhankelijk van de wijkverpleegkundige, een betrokken buurman of familielid,” aldus Anniek.

Een robot als maatje

Binnen Azora wordt zorgtechnologie succesvol ingezet. Regina vertelt: “Een cliënte gebruikte vanwege geheugenproblemen een papieren agenda, kalender en briefjes om afspraken te onthouden. Toch belde ze meerdere keren per dag naar zorgmedewerkers en vroeg dan hoe laat haar afspraak was of wanneer ze naar de kapper moest. Ook gaf ze aan dat ze sociaal contact miste. Zorgmedewerkers gaven haar zoveel mogelijk aandacht, maar merkten dat haar behoefte aan sociaal contact en bevestiging groter was dan zij konden bieden. Daarop probeerden we een zorgrobot uit die mevrouw op tijd haar afspraken noemt. Mevrouw is zó blij met de robot, hij is echt haar maatje. Ze geniet van zijn gezelschap en noemt hem James. Ook geeft ze meer rust in haar hoofd aan, omdat James haar aan afspraken herinnert. De robot vergroot haar zelfredzaamheid en leefplezier. En ook zorgmedewerkers zijn blij, want zij voelen verlichting in hun werkzaamheden nu mevrouw minder vaak belt. Ze houden wel goed in de gaten of mevrouw ook echt naar de kapper toegaat.”

Hoe weet je wat er aan technologie bestaat en welke hulpmiddelen je kunt inzetten?

Azora stelt hiervoor een Innovatieraad in met zorgmedewerkers die de opleiding tot TechAmbassadeur volgden aan de Technologie & Zorg Academie (TZA) in de Achterhoek. TechAmbassadeurs zijn op de hoogte van ontwikkelingen binnen zorgtechnologie en vertellen erover aan collega’s. Regina: “Ik ben TechAmbassadeur voor locatie Debbeshoek, al noemen we ons binnen Azora nu ‘ondersteuners zorgtechnologie’, omdat dat verduidelijkt wie we zijn en wat we doen.” Anniek vult aan: “De ondersteuners in zorgtechnologie vormen een eerste aanspreekpunt voor collega’s, bewoners en familieleden bij vragen over zorgtechnologie. We streven naar minimaal één ondersteuner per locatie, plus eenzelfde aanspreekpunt voor collega’s die werken in de wijk- of revalidatiezorg.”

Van zwaar naar lichter

Azora experimenteert met nieuwe zorgtechnologie. Regina: “Soms is het een kwestie van uitproberen. Een voorbeeld? De HelpSoq, een hulpmiddel bij het aantrekken van steunkousen. We gebruiken de HelpSoq nog maar net binnen Debbeshoek, maar medewerkers zijn tot nu toe enthousiast. We hopen dat het vinger-, pols- en schouderklachten bij zorgmedewerkers voorkomt en sommige bewoners helpt om zelfstandig hun steunkousen aan te trekken.” Anniek: “Er bestaat ook de RollAssist, een elektronisch laken dat de cliënt en zorgmedewerker helpt bij het draaien in bed. Nu is dat vaak een handeling die zorgmedewerkers als zwaar ervaren en met z’n tweeën uitvoeren, maar we hopen dat de RollAssist de handeling voor zorgmedewerkers lichter maakt en de cliënt helpt om zelfstandig te draaien.”

Laagdrempelig inzetten

“Met laagdrempelige inzet van technologische hulpmiddelen willen we de zelfredzaamheid van een cliënt vergroten. Dat maakt hem minder afhankelijk van zorg door een medewerker. Per zorgvraag en -situatie kijken we of en hoe we zorgtechnologie inzetten. Soms adviseren we alleen en schaft de cliënt of familie vervolgens de technologie zelf aan. Andere keren helpen we daarbij.” Regina: “We evalueren of de inzet van zorgtechnologie passend is en doet waar we op hopen. Vaak houden we onze observaties bij in het dossier van de bewoner door te rapporteren op een doel in het zorgplan. Een ander goed moment om ervaringen te bespreken, is tijdens de zorgplanbespreking die twee keer per jaar plaatsvindt en waarbij vaak een zorgmedewerker, eerste contactpersoon en de bewoner aanwezig zijn.”

Mijn hart. Het klopt.

Van vakantiebaan naar bijbaan | 23-02-2023

Bij veel zorgorganisaties kun je in de zomerperiode vakantiewerk doen. Zo ook bij Azora. Quinty (18) heeft na haar eindexamens vakantiewerk bij Azora gedaan en heeft daar een bijbaantje aan over gehouden.

“Ik wist al een tijdje dat ik na mijn eindexamen HBO Verpleegkunde wilde gaan studeren aan de HAN in Nijmegen, dus het leek me leuk om alvast wat ervaring op te doen. Hierdoor heb ik een indruk gekregen van het werk in verpleeghuis,” aldus Quinty. “Ik vind mijn opleiding erg interessant. Ook kan ik wat dingen toepassen tijdens mijn werk, zoals communicatie met de bewoners. Ik startte vorig jaar in juni en heb toen lekker veel uren kunnen maken.”

“Ik heb fijne werktijden. ’s Ochtends van acht tot één uur en ’s avonds van half vijf tot half negen. Soms heb ik een dubbele dienst op een dag.” Quinty werkt op afdeling Marktzicht, somatiek, bij Gertrudis in ’s-Heerenberg. “Tijdens mijn werk verleen ik zorg om bed. ’s Ochtends ga ik op mijn afdeling alle kamers langs en verwissel ik bijvoorbeeld alle prullenbakken en doe ik de afwas. Per dag heb ik een aantal bedden die ik moet verschonen of moet opmaken. Rond een uur of twaalf komt de kar met eten, dan dek ik de tafel voor de bewoners die op hun kamers eten en breng het eten rond. Sommige mensen breng ik naar beneden, zij eten gezamenlijk in de eetzaal. ’s Avonds is vaak een rustige dienst. Dan heb ik meer tijd om met de bewoners gesprekken te voeren, dit vind ik erg leuk en waardevol. Ook in de avond zorg ik er weer voor dat de bewoners hun maaltijd krijgen. Vervolgens doe ik nog een koffierondje.”

Quinty kan haar werk goed combineren met haar studie. “Ik kan mijn werk flexibel combineren met mijn lesdagen. Meestal werk ik één dienst in het weekend, als ik mijn rooster heb dan geef ik aan welke diensten ik door de week kan werken. Het is heel fijn dat ze rekening houden met mijn studie.”

Quinty raadt iedereen aan om bij Azora vakantiewerk te doen. “Ik vind het heel leuk om bij Azora te werken. Het is leuk om de bewoners steeds beter te leren kennen, hoe ze zich steeds meer openstellen richting mij. De collega’s helpen me waar nodig. Ik hoop na dit eerste studiejaar meer zorg gerelateerde werkzaamheden te mogen uitvoeren.”

Mijn hart. Het klopt.

Zorgondersteuners in de thuiszorg | 07-02-2023

In april 2022 startte Azora het eerste traject ‘zorgondersteuners in de thuiszorg’, waarin de deelnemers in 12 weken leerden hoe ze zelfstandig als zorgondersteuner in de thuiszorg konden werken tijdens de zomerperiode. Hiervoor gingen zij één avond in de week naar het Graafschap College en werden ze op de werkvloer gekoppeld aan hun eigen buddy. Parallel aan de opleiding worden ze steeds zelfstandiger en gaan ze zelf binnen de route op pad. Een van de deelnemers was Bianka Gerritsen (49) die erg enthousiast is. Ze wilde al langere tijd iets anders, maar vond het lastig om de stap te zetten. “Werken in de zorg leek mij leuk en dankbaar werk, maar helemaal zeker wist ik dat niet. Ik had geen duidelijk beeld van de inhoud van het werk. Bovendien zag ik er tegenop om met een volwaardige opleiding te starten. De twijfel of ik de zorg wel écht leuk genoeg zou vinden en de combinatie van werken, leren en de zorg voor mijn kinderen hielden mij steeds tegen", legt Bianka uit. Dat gevoel veranderde toen vorig jaar de mogelijkheid voorbijkwam om bij de thuiszorg aan de slag te gaan. “De kans die ik kreeg, was bijna te mooi om waar te zijn. Ik kon ‘proeven’ aan het werk en hoefde daarvoor niet eerst een lang opleidingstraject te volgen, maar ‘slechts’ een traject van een paar weken.”

Bianka kwam erachter dat een baan in de zorg écht bij haar past. “Je kunt het verschil maken voor mensen. Ze een prettige start van de dag geven of een luisterend oor bieden, bijvoorbeeld.” Ze was zo enthousiast dat ze augustus is gestart met de tweejarige opleiding Verzorgende IG, ook bij het Graafschap College. “In de beroepsbegeleidende leerweg. Dat betekent dat ik mijn opleiding combineer met mijn werk bij Azora. Ik werk nu niet meer in de thuiszorg, maar bij verpleeghuis Den Es in Varsseveld. Ik vond het best spannend allemaal, maar had er ook heel veel zin in.”

Wij zien het als een win-win situatie. Onze cliënten kunnen worden bediend en voor de kandidaten biedt het een laagdrempelige kennismaking met de (thuis)zorg, en kan het voor hen een mooie opstap zijn voor het werken in de zorg of het volgen van een (vervolg) opleiding.

Dag van het werkplezier in de zorg: op de revalidatieafdeling | 31-01-2023

31 januari 2023 is de dag van het werkplezier in de zorg. Voor deze dag hebben we twee zorgcoördinatoren van de neurologische revalidatieafdeling binnen Azora gesproken, Marion Broekhuizen en Susanne Venhorst.

Jullie werken allebei als zorgcoördinator. Wat houdt dit in?
Wij begeleiden de revalidant van opname voor revalidatie tot de afronding van het traject. We coördineren en sturen hem, en we houden zijn zorgproces in de gaten. Hiervoor zit je bij de zorgplanbesprekingen en heb je contact met de familie. Verder leveren we ook de zorg aan de revalidant. Meestal is dit in de vorm van begeleiding. Het doel is om een revalidant na zijn revalidatietijd bij ons weer naar huis te laten gaan, dus dan moeten ze zichzelf kunnen verzorgen. Daarom laten we ze tijdens de revalidatie ook al alles zoveel mogelijk zelf doen, maar we zijn er wel bij aanwezig ter begeleiding.

Wat is zo mooi aan de revalidatiezorg?

Wanneer iemand bij ons op de afdeling komt om te revalideren, is dit na een CVA. Iemand er 100% weer bovenop krijgen is vaak niet haalbaar, daarom gaan we met de revalidant in gesprek over wat zijn wensen en doelen zijn voor na de revalidatie. Als iemand bijvoorbeeld altijd zijn eigen boodschappen deed, gaan we oefenen met buiten lopen zodat deze persoon na het revalidatietraject ook weer zijn eigen boodschappen kan halen.

Als de doelen dan zijn bepaald, gaan we met het hele team aan de slag. We zijn met zo’n vijftien zorgmedewerkers en hebben ook drie vaste fysiotherapeuten en een vaste ergotherapeut. Iedere discipline doet z’n ding om de doelen en wensen van de revalidant te behalen, en daarvoor werken we ontzettend goed samen. En hoewel we ons allemaal inzetten voor de revalidant, zal die het meeste werk zelf moeten verzetten. Revalidatie noemen we ook wel topsport. Wanneer het de revalidanten dan lukt om bepaalde dingen weer te doen, dan voelen we ons toch wel echt trots. En dat is ontzettend mooi.

Hoe ziet een werkweek voor jullie eruit?

Eigenlijk is geen enkele dag hetzelfde. Doordat iedere CVA anders is, is er ook geen vast protocol te volgen om iemand te helpen. Als team zorgen we er samen voor dat we de beste zorg en therapie leveren. Daarom hebben we twee keer in de week een multidisciplinair overleg waarin we de voortgang van iedere revalidant bespreken. Ook is er wekelijks twee keer artsenvisite, waarin we alles wat we zijn tegengekomen over de revalidant bespreken.

Verder hebben we regelmatig een familiegesprek. Deze worden vaak ingepland na de eerste zorgplanbespreking van een revalidant. De doorstroom op onze afdeling loopt vrij goed, dus we hebben ook regelmatig nieuwe revalidanten. Tijdens dit soort gesprekken stellen we de arts voor, leggen we de situatie uit en aan welke doelen we willen gaan werken. Familieleden hebben in dit soort gesprekken ook vaak veel vragen. Laatst zei een revalidant: “ik stond gisteren nog in de tuin de boerenkool eruit te halen, en vandaag ben ik hier op de afdeling. En ik ben één dag verder”. Dat overkomt hen, maar dat overkomt ook de familie. En samen met een psycholoog proberen we zoveel mogelijk vragen te beantwoorden.

Is werken op de revalidatieafdeling heel anders dan op een andere afdeling van Azora?

Het was in het begin wel wennen, want het is héél anders werken dan op een andere afdeling binnen Azora waar je alles voor iemand doet om die persoon het zo gemakkelijk mogelijk te maken. Een mooie anekdote van Marion: “ik was een meneer aan het helpen met zijn avondeten, dus uit automatisme was ik zijn vlees aan het snijden en alles voor hem aan het neerleggen, en toen zei hij: “mag ik het nog wel zelf kauwen en eten of ga je dat ook voor mij doen?” Het werk is echt meer begeleiden en sturen, soms werken met je handen op de rug, en daar moest ik wel even aan wennen.

En het werk kan soms ook wat heftig zijn omdat de mensen die komen van Susannes leeftijd kunnen zijn. Ze beseft dat de kinderen die dan op bezoek komen even oud zijn als haar eigen kinderen. Of het zou je eigen ouder kunnen zijn die komt revalideren. Dat besef maakt ons ook wel empathisch, we leveren daardoor extra zorg voor zowel de revalidant als de familie.

Maar het werk geeft ook heel veel voldoening. Als je iets voor iemand kunt doen om hen zich beter te laten voelen, of dat ze door onze hulp dingen beter kunnen doen, dat geeft wel echt voldoening. Met elk klein stapje van de revalidant ben je dan blij. Dan staan wij blij te juichen als hen iets lukt, nog blijer dan de revalidant zelf. Het is zo knap dat ze het doen, dat het hen lukt.

Daarnaast is de sfeer op de afdeling ook heel anders, er hangt een echte revalidatiesfeer. Alles is bijvoorbeeld therapie. De revalidanten hebben allemaal hun eigen kamer waar ze hun eten kunnen maken, dus zelf thee zetten en een mes uit de lade pakken is al therapie. Met de rollator naar het toilet lopen is al therapie. En die revalidatiesfeer willen we echt behouden. En we maken het ook niet te gezellig met gezamenlijke maaltijden iedere dag met alle revalidanten, want als een revalidant vervolgens naar huis gaat, dan is het daar zo stil. Ze zijn ineens weer alleen en voelen zich misschien zelfs eenzaam. We kijken dan ook wel mee naar of ze bij een clubje kunnen voor de gezelligheid.

Waar worden jullie blij van in je werk?

Als we successen meemaken bij de revalidanten, dat hen iets weer lukt. De stappen die ze maken, daar kun je heel trots van worden. Of wanneer je de revalidant ziet vertrekken aan het einde van hun traject, de voldoening dat het gelukt is.

Maar ook de samenwerking met het hele team is heel fijn. Doordat het steeds dezelfde vaste mensen zijn, kennen we elkaar goed en weten we over welke revalidanten we het hebben. En als team vullen we elkaar aan, we helpen elkaar. Stel je bent een keer niet helemaal lekker, dan helpt een collega je. We doen het écht samen.

En wat ook heel erg leuk is, is de interesse die de revalidanten in jou tonen. Ze verblijven hier gemiddeld zo’n tien tot twaalf weken, dus je bouwt een beetje een band met ze op. De revalidanten laten blijken dat ze het fijn vinden als je er bent en ze vertrouwen je persoonlijke dingen toe. Dat is heel mooi.

Hebben jullie nog een anekdote die jullie willen delen?

Onlangs was er een revalidant die wist dat hij niet meer zou kunnen lopen, omdat hij de kracht niet had in zijn benen om zelf te staan. Hij is met behulp van fysiotherapie gaan oefenen met een apparaat, een soort lift. Hierin werd hij staand vastgemaakt en dan kon hij de lift, als hij het apparaat onder de knie zou krijgen, zelf bedienen en daarmee rondrijden.

En op een dag stonden we met wat collega’s en toen kwam deze meneer vanuit de oefenzaal de gang op rijden in die lift. Voor het eerst zagen we hem staand. En hij keek zo ontzettend trots, we kregen allemaal een brok in onze keel.

Er zijn ook gewoon veel mooie momenten op onze afdeling. Zoals familieleden die de succesmomenten filmen. Ze zien bijvoorbeeld hun vader of moeder voor het eerst weer lopen en dan filmen ze het om te delen met de hele familie.